Architectenweb Podcast
Architectenweb Podcast
Gesprek met Tess Broekmans over Oostenburg
Op één van de oostelijke eilanden in Amsterdam, Oostenburg, is de afgelopen jaren een stedelijke buurt verrezen die nagenoeg autovrij is en waarvan de hoge kwaliteit van de openbare ruimte en de architectuur in het oog springt. De gerealiseerde gebouwen in de buurt hebben een wisselende breedte en hoogte, een wisselend programma en uitstraling, en zijn door allerlei verschillende architecten ontworpen. In gesprek met stedenbouwkundige Tess Broekmans van Urhahn over het ontwerp voor de buurt die ze zelf typeert als een ‘pandenstad’.
Een stedelijk gebied dat in staat is om continu te veranderen, dat met en door haar bewoners gemaakt wordt; dat is een duurzame en aantrekkelijke plek om te wonen en te werken. Dat is de overtuiging van Urhahn dat in die context spreek over de Spontane Stad: een stad die werkelijk ruimte biedt voor initiatieven van bewoners, van collectieven en van bedrijven. Veel oude binnensteden konden zo spontaan groeien. En hier en daar zijn er gebieden met een vergelijkbare potentie. Zoals bedrijventerreinen met een versnipperd bezit die nu van kleur verschieten.
Op Oostenburg ontwierp Urhahn in 2011 de basis voor zo’n spontane stadsontwikkeling. Tussen de grote gebouwen op het schiereiland – Van Gendthallen, INIT en Werkspoorhal – ontwierp het bureau een pandenstad met een veel kleinere korrelgrootte. Om ruimte te bieden aan een diversiteit aan initiatieven en programma’s, was deze pandenstad opgebouwd uit kavels van verschillende groottes, waarop kleine en grote gebouwen gerealiseerd konden worden.
In Amsterdam werd er in 2011 bijna niet meer gebouwd. De kleinschalige verkaveling die Urhahn voorstelde, bood Stadgenoot – dat de meeste grond op Oostenburg bezat – de mogelijkheid om het gebied pand voor pand te ontwikkelen. Bottom-up.
Het liep echter anders. Toen de markt aantrok meldden zich al snel ontwikkelaars die verschillende velden in het gebied wilden ontwikkelen. Als een van de weinige gebieden in Amsterdam had Oostenburg een uitgewerkt stedenbouwkundig plan. Hier konden ontwikkelaars direct aan de slag. Daarop heeft Stadgenoot verschillende velden aan verschillende ontwikkelaars gegund. Het gaat om onder andere VORM, AM en Being. De onderlegger van de pandenstad is daarbij wel gebleven.
Ieder gebouw op Oostenburg heeft zijn eigen structuur en ontsluiting. Hoewel de buurt dus in grotere delen ontwikkeld is, kan het in de toekomst wel in kleinere eenheden doorontwikkeld worden, benadrukt Broekmans in de podcast.
Binnen het concept van de pandenstad paste geen ondergrondse parkeergarage die onder de verschillende panden zou doorlopen. Ook was de grond van het voormalige industriegebied vervuild. Het parkeren is daarom ondergebracht in een apart parkeergebouw, dichtbij de uitvalswegen. Broekmans geeft aan dat, mocht er in de toekomst minder behoefte zijn aan parkeerruimte, dat gebouw getransformeerd kan worden.
Tijdens de ontwikkeling van Oostenburg ging de stijging van de bouwprijzen gelijk op met de stijging van de woningprijzen. Dat is hier een geluk geweest, beaamt Broekmans. Daardoor is de ambitie wat betreft de architectuur overeind gebleven.
In de formulering van de maximale bouwenveloppen was ruimte gelaten om daar open gangen en trappenhuizen aan toe te voegen. Dat is ook bijna overal gebeurd. En dat vertaalt zich bijvoorbeeld in passages die van de straat naar de binnentuinen lopen, waar dan de hoofdentrees tot de gebouwen aan liggen, net als de fietsparkeergarages. Als gevolg daarvan zijn de bouwblokken in het gebied heel permeabel geworden. Overal kun je van de straat doorsteken naar de binnentuinen.
Deze podcast is mede mogelijk gemaakt door AGC.